PBM GIDS - BESCHERMINGSHANDSCHOENEN OF -WANTEN
PBM GIDS - BESCHERMINGSHANDSCHOENEN OF -WANTEN
De hierna volgende informatie heeft als doel u de verschillende bestaande markeringen en PBM-types beter te leren begrijpen en vallen niet onder de verantwoordelijkheid van Safetify. De PBM’s zijn een ingewikkelde discipline en het is sterk aanbevolen raad te vragen aan specialisten!
Werken waarbij het dragen van beschermingshandschoenen of – wanten noodzakelijk is
Het dragen van handschoenen wordt door de risicoanalyse bepaald. De meest voorkomende risico’s zijn:
- doorsnijden,
- verwonden,
- prikken (perforatie),
- scheuren,
- verbranden,
- electrische ontladingen,
- blootstelling aan chemische producten, logen of irriterende
- koude
De bijlage 2 van KB van 13/6/2005 herneemt een lijst van activiteiten en arbeidsomstandigheden waarvoor het dragen van handbescherming noodzakelijk is:
- Werknemers die gevaar lopen dat hun handen in contact komen met giftige, bijtende of prikkelende stoffen;
- Werknemers wier handen gevaar lopen in contact te komen met besmette dieren of krengen, afval van dieren of voor de consumptie ongeschikte dierlijke stoffen, zoals in de vilbeluiken en de biologische laboratoria;
- Werknemers die tewerkgesteld zijn aan het behandelen van de lijken en van de stukken of stoffen die ervan afkomstig zijn;
- Werknemers die tewerkgesteld zijn aan de behandeling of aan het schiften van vuil linnen of vuile kledingsstukken, van lompen en van oude niet ontsmette klederen, van voor het gebruik ongeschikte beenderen of van vuilnis;
- Werknemers tewerkgesteld in de riolen en andere instellingen voor de afvoer van vuil water of afvalstoffen, aan de reiniging met de hand van de goten of van de vertakkingen of aan andere bewerkingen waarbij de handen in contact komen met bovenbedoeld water of afvalstoffen;
- Werknemers die tewerkgesteld worden aan elk ander werk waarbij de handen in contact komen met stoffen die besmettende kiemen kunnen inhouden;
- Werknemers tewerkgesteld in koelkamers;
- Werknemers die tewerkgesteld zijn aan het las- of snijwerk van metalen met de elektrische lichtboog en alle bewerkingen waarbij lampen met elektrische lichtboog of andere bronnen van ultraviolette stralen worden gebruikt;
- Werknemers tewerkgesteld aan werkzaamheden waarbij de blootstelling aan chemische en biologische agentia, die een risico voor de gezondheid kunnen bieden, technisch niet kan vermeden worden;
- Werknemers die aan kankerverwekkende en mutagene agentia kunnen blootgesteld worden:
- Tijdens de werkzaamheden waarbij de blootstelling niet kan vermeden worden door preventieve maatregelen, zoals voorzien in de artikelen 5, 6, 8 en 9 van het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk;
- Tijdens werkzaamheden, zoals onderhoudswerken, afbraakwerken, vernieuwingswerken, verbouwingswerken, waarvoor de blootstelling aan deze agentia kan voorzien worden, niettegenstaande de genomen organisatorische maatregelen of de collectieve preventiemaatregelen;
- Werknemers tewerkgesteld aan het hanteren van hete massa's;
- Werknemers die scherpe, snijdende, stekende, brandende of bijzonder ruwe voorwerpen of materialen moeten behandelen of werkzaamheden verrichten waarbij hun handen zijn blootgesteld aan kwetsende projecties of aan projecties van gloeiende stoffen;
- Werknemers tewerkgesteld aan de ontzanding van gietwerk of aan het afbijten van om het even welke voorwerpen door het bestralen met zand of met metaalkorrels of aan het gieten van gesmolten metaal;
- Werknemers tewerkgesteld aan het uitbenen met messen, dragen een drie- of vijfvingerige handschoen van gelaste metalen maliën of, op voorwaarde dat dezelfde mechanische weerstand gewaarborgd is, een dergelijke handschoen van een andere stof of een handschoen op enig andere wijze is vervaardigd.
Normen en markering
Onderstaande tabel herneemt de verschillende, van toepassing zijnde, normen. In functie van het risico waartegen ze dienen te beschermen, betaamt het een handschoen te kiezen met de respectievelijke norm.
Norm | |
---|---|
EN420 | Algemene vereisten inzake ergonomie, veiligheid, markering, informatie en gebruiksinstructies. |
EN388 | Mechanische risico’s, 4 testen |
EN407 | Handschoenen ter bescherming van thermische risico’s (warmte en/of vuur) |
EN1149 1, 2, 3 | Elektrostatische eigenschappen |
EN1082 1 | Handschoenen en armbescherming uit maliënkolder |
EN1082 2 | Handschoenen en armbescherming uit andere materialen dan maliënkolder |
EN1082 3 | Poging tot snijden door gebruik van kracht, voor stoffen, leder en andere materialen |
EN388, 6,1 | Schuurweerstand |
EN388, 6,2 | Weerstand tegen doorsnijden |
EN388, 6,3 | Scheurweerstand |
EN388, 6,4 | Perforatieweerstand |
EN374 (1,2,3) | Bescherming tegen chemische risico’s en micro-organismen. |
EN374-1 | Terminologie en prestatievereisten. |
EN374-2 | Bepaling van de doordringbaarheidsweerstand. |
EN374-3 | Bepaling van de doorlaatbaarheidsweerstand. |
EN12477 | Beschermingshandschoen voor lassers |
EN421 | Beschermingshandschoen tegen ioniserende stralingen en radioactieve besmetting. |
EN511 | Risico’s verbonden aan koude. |
EN60903 | Isolerende handschoenen voor elektriciteitswerken |
Bestand tegen schuren, doorsnijden, scheuren en perforatie
De markering gebeurd met behulp van volgend icoon, samen met het niveau van de overeenkomende test.
De EN388,6.X normen hernemen de verschillende testen en beschermingsniveaus tegen mechanische risico’s. De tests zijn de volgende:
- Schuurweerstand (EN388, 6.1 norm): test gerealiseerd door het plaatsen van een handschoen (staal) op drager en die circulair te schuren met gestandaardiseerd schuurpapier. Het beschermingsniveau hangt af van het aantal cycli noodzakelijk om door het staal te geraken.
- Doorsnijden (EN388, 6.2 norm): een circulair ronddraaiend blad, draait alternerend op het handschoenoppervlak. Het testresultaat is het aantal cycli nodig om door de handschoen te snijden.
- Scheuren (EN388, 6.3 norm): een staal van de materie wordt op een machine onder spanning gebracht. Het resultaat is de kracht nodig voor het doorscheuren van de materie.
- Perforatie (EN388, 6.4 norm): een metalen punt met voorgedefinieerde afmetingen penetreert het teststaal. Het resultaat is de kracht nodig voor het perforeren van de materie.
De verschillende waarden van de vier testen worden in onderstaande tabel samengevat.
Mechanische gegevens | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 |
---|---|---|---|---|---|
Schuurweerstand (aantal cyclussen) | 100 | 500 | 2000 | 8000 | - |
Weerstand tegen doorsnijden (indicatie) | 1,2 | 2,5 | 5 | 10 | 20 |
Scheurweerstand (in Newton) | 10 | 25 | 50 | 75 | - |
Perforatieweerstand (in Newton) | 20 | 60 | 100 | 150 | - |
Bescherming tegen thermische risico’s
De markering gebeurd met behulp van volgend icoon, samen met het niveau van de 6 overeenkomende test.
De EN407 norm duidt de vereisten voor de beschermingshandschoenen tegen de 6 thermische risico’s
- Gedrag t.o.v. vuur: de handschoen wordt gedurende 15 sec aan een vlam onderworpen. Het resultaat is de tijd nodig opdat de handschoen verder blijft branden nadat de vlam gedoofd werd.
- Contactwarmte: Het testresultaat is de maximale temperatuur waaraan de handschoen mag worden blootgesteld voordat de temperatuur binnen de handschoen max met 10 graden stijgt.
- Convectiewarmte: Het resultaat komt overeen met de nodige tijd voordat de, aan een vlam blootgestelde, handschoen stijgt met 24°C
- Stralingswarmte: Het resultaat is de tijd nodig opdat de +/- 10% van het stralingsvermogen in de handschoen penetreert.
- Kleine projecties van gesmolten metaal: het resultaat is het aantal spatten smeltend metaal nodig opdat de temperatuur binnen de handschoen met 40°C stijgt.
- Grote projecties van gesmolten metaal: het resultaat is de massa gesmolten metaal,uitgespreid over de handschoen, die nodig is opdat de handschoen zich vernietigd.
Thermische gegevens | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 4 |
Gedrag t.o.v. vuur | < 20 s | < 10 s | < 3 s | < 2 s |
Contactwarmte | 100 °C | 250 °C | 350 °C | 500 °C |
Convectiewarmte | > 4 s | > 7 s | > 10 s | > 18 s |
Stralingswarmte | > 5 s | > 30 s | > 90 s | > 150 s |
Kleine projecties van gesmolten metaal | > 5 | > 15 | > 25 | > 35 |
Grote projecties van gesmolten metaal | > 30 g | > 60 g | > 120 g | > 200 g |
Elektrostatische bescherming
De markering gebeurd met behulp van volgend icoon.
De EN1149 (1, 2 et 3) norm herneemt de elektrostatische vereisten voor beschermkledij. Ook al worden ze niet gebruikt voor handschoenen, kunnen ze toch nuttig zijn.
Bescherming tegen snijden en messteken.
De markering gebeurd met behulp van volgend icoon.
De handschoenen en voorarmbeschermingen die aan de EN1082 norm voldoen, beschermen tegen het snijden en messteken aan de handen en voorarmen.
Bescherming tegen chemische risico’s en micro-organismen.
De markering gebeurd met behulp van volgende iconen. (lekdichtheid, penetratie, permeatie)
Het penetratieniveau wordt gedefinieerd als de mogelijkheid van een chemisch product (of een micro-organisme) om, op niet moleculair niveau (macroscopisch), doorheen de handschoen te dringen. Doorheen de lasnaden, imperfecties … De EN374-2 norm definieert 3 bepalende niveaus van penetratie. Ze verwijst naar de AQL (acceptance quality limit) waarde, die bepaald het percentage van het aantal handschoenen die statistisch gezien een defect vertonen. Een handschoen van niveau 2 of 3 wordt beschouwd als immuun tegen micro-organismes (maar niet tegen virussen).
Penetratieweerstand | Pictogram | AQL | Betekenis |
---|---|---|---|
Niveau 1 | 4 | 4 fouten op een batch van 100 geteste handschoenen |
|
Niveau 2 | 1,5 | 1,5 fouten op een batch van 100 geteste handschoenen | |
Niveau 3 | 0,65 | 0,65 fouten op een batch van 100 geteste handschoenen |
De permeatie is het mechanisme waarop een chemisch product doorheen een handschoen dringt op moleculair niveau. De EN374-3 norm bepaalt de permeatieweerstand aan chemische producten. Er werd een lijst van 12 standaard producten gedefinieerd waarvoor een verstreken tijd van minimum 30 werd behaald. De volgende tabel lijst de symbolen en de chemische producten op.
Code | Chemische substantie | N° CAS | Klasse |
A | Methanol | 67-56-1 | Primaire alcohol |
B | Aceton | 67-64-1 | Keton |
C | Acetonitriel | 75-05-8 | Nitriel |
D | Dichloormethaan | 75-09-2 | Chloorwaterstof |
E | Kooldisulfide | 75-15-0 | Zwavelhoudende organische verbinding |
F | Tolueen | 108-88-3 | Aromatische koolwaterstof |
G | Diethylamine | 109-89-7 | Amine |
H | Tetrahydrofuraan | 109-99-9 | Heterocyclische ether |
I | Ethylacetaat | 141-78-6 | Ester |
J | n-Heptaan | 142-82-5 | Verzadigde koolwaterstof |
K | Bijtende Soda 40% | 1310-73-2 | Anorganische base |
L | Zwavelzuur 96% | 7664-93-9 | Anorganisch mineraal zuur |
Er werden zes klassen gedefinieerd om de verstreken tijden te onderscheiden.
Klasse | Pictogram | Verstreken tijd |
---|---|---|
Klasse 1 | >10 minuten | |
Klasse 2 | >30 minuten | |
Klasse 3 | >60 minuten | |
Klasse 4 | >120 minuten | |
Klasse 5 | >240 minuten | |
Klasse 6 | >480 minuten |
De handschoenen die positief aan deze test beantwoorden worden aangeduid met dit pictogram, vergezeld van het nummer van de norm (EN374) en de 3 codeletters die overeenstemmen met de 3 geteste chemische producten. Voorbeeld:
AKL Bestand tegen Bijtende Soda (40%) en Zwavelzuur (96%).
Opgelet, handschoenen met volgend label , hebben de permeatientest niet doorstaan. Ze zijn dus niet geschikt voor het werken met chemische producten.
Lashandschoen
De EN12477 normspecificeert de beschermingshandschoenen voor lassers en onderscheidt 2 types:
- De handschoenen van het A type komen overeen met grotere beweeglijkheid maar beschermt minder (aangepast voor het TIG lassen).
- De handschoenen van het B type bieden een betere bescherming maar zijn statischer.
Bescherming tegen de ioniserende stralingen
De EN421 norm behandelt de handschoenen die beschermen tegen ioniserende straling en radioactieve besmetting. Raadpleeg specialisten!
Bescherming tegen koude
De markering van de handschoen gebeurt a.d.h.v. onderstaand pictogram, vergezeld van 3 types van blootstelling.
De EN511 norm specificeert de veiligheidshandschoenen die gebruikt worden bij blootstelling aan koude. Ze duidt de verschillende beschermingsniveaus tegen:
- stralingskoude (niveau 0 tot 4),
- contactkoude (niveau 0 tot 4)
- waterdichtheid (niveau 0 tot 1, niveau 1 komt overeen met een weerstand tegen water van meer dan 30 min)
De keuze van de handschoen gebeurd in functie van de atmosferische omstandigheden maar ook van de fysieke activiteit van de persoon.
Ter informatie, onderstaande tabel herneemt de verschillende niveaus (contact en straling) aangepast in functie van de omgevingstemperatuur (wind minder dan 0,5 m/s) en de fysieke activiteit van de drager.
Niveau | Zwakke activiteit | Gemiddelde activiteit | Hoge activiteit |
1 | / | 10 °C | -15 °C |
2 | / | 0 °C | -30 °C |
3 | 8 °C | -15 °C | / |
4 | -10 °C | -30 °C | / |
Elektriciteitswerken
De markering gebeurt door het volgende pictogram:
De EN60903 norm wordt aangeduid op de isolerende handschoenen, gebruikt voor elektriciteitswerken. Onderstaande tabel herneemt de verschillende beschermingsniveaus.
Klasse | Getest op | Gebruiksspanning |
00 | 2500 V | 500 V |
0 | 5000 V | 1000 V |
1 | 10000 V | 7500 V |
2 | 20000 V | 17000 V |
3 | 30000 V | 26500 V |
De beschermingsklasse wordt aangeduid op de handschoen.