Notre page Facebook Notre page LinkedIn Notre chaƮne YouTube
FR NL

PBM GIDS - ADEMHALINGSBESCHERMING

PBM GIDS - ADEMHALINGSBESCHERMING
 

 

WEB -ExclamationTriangleVideWEB -ExclamationTriangleVideDe hierna volgende informatie heeft als doel u de verschillende bestaande markeringen en PBM-types beter te leren begrijpen en vallen niet onder de verantwoordelijkheid van Safetify. De PBM’s zijn een ingewikkelde discipline en het is sterk aanbevolen raad te vragen aan specialisten!

 

 

Werken die in principe het dragen van ademhalingsbescherming vereisen

Het dragen van ademhalingsbescherming wordt door risicoanalyse bepaald.

De bijlage 2 van KB van 13/6/2005 herneemt een lijst van activiteiten en arbeidsomstandigheden waarvoor het dragen van ademhalingsbescherming noodzakelijk is:

  • werknemers die het risico lopen op een vergiftiging of een aandoening van de ademhalingsorganen door de inhalatie van stof, gassen, dampen, rook of nevel;
  • werknemers die aan kankerverwekkende en mutagene agentia kunnen blootgesteld worden:
    • tijdens de werkzaamheden waarbij de blootstelling niet kan vermeden worden door preventieve maatregelen zoals voorzien in de artikelen 5, 6, 8 en 9 van het koninklijk besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk; 
    • tijdens werkzaamheden, zoals onderhoudswerken, afbraakwerken, vernieuwingswerken, verbouwingswerken waarvoor de blootstelling aan deze agentia kan voorzien worden, niettegenstaande de genomen organisatorische maatregelen of de collectieve preventiemaatregelen;
  • de ademhalingstoestellen, die bestemd zijn voor de aan onderstaande verrichtingen tewerkgestelde werknemers, moeten uitsluitend onafhankelijke ademhalingsbeschermende toestellen zijn:
    • verrichtingen op om het even welke plaats waar men door middel van aangepaste meetmiddelen niet heeft kunnen aantonen dat de lucht er meer dan 19 % zuurstof (vol/vol) inhoudt; 
    • verrichtingen waarbij moet binnengegaan of verbleven worden in plaatsen bedoeld in artikel 53 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, of in verplaatsbare recipiënten, ondergrondse inkuipingen, reservoirs en tanks zoals bedoeld in de voorschriften van het koninklijk besluit van 13 maart 1998 betreffende de opslag van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare en brandbare vloeistoffen, en waarvoor men door middel van aangepaste meetapparatuur niet heeft kunnen aantonen dat de genomen maatregelen het blootstellen van de werknemers aan gevaarlijke stoffen teruggebracht heeft tot een niveau waarbij het risico op een vergiftiging of een aandoening van de ademhalingsorganen zeer gering is, of wanneer niet kan vastgesteld worden dat de blootstelling op geen enkel ogenblik de grenswaarde zal overschrijden. Deze eisen betreffen de stoffen die deze plaatsen hebben ingehouden, evenals de stoffen die zouden kunnen ontstaan door de uitgevoerde werkzaamheden in deze plaatsen.

 

In de lucht aanwezige producten

De ademhalingsbescherming laat toe zicht te beschermden tegen de in de lucht aanwezige stoffen:

  • Aërosolen;
  • De gassen;
  • De dampen.

Aërosolen zijn het geheel van fijne partikels, vast of vloeibaar, een chemische substantie of een mengeling van chemische substanties, in gasvormige toestand. De mist en de wolken zijn voorbeelden van aërosolen.

De partikels zijn gedefinieerd volgens hun grootte (afmeting of granulometrie), hun aard en hun concentratie.

Er worden drie categorieën gebruikt om hun gevaarlijke aard te klasseren:

 

Categorieën Deeltjes  Diameter  Effecten 
Hinderlijk Onbeweeglijke deeltjes (niet-fibrogeen en niet-toxisch) Groter of gelijk aan 5 µm Bovenste luchtwegen: neus- en keelholte en het strottenhoofd 
Schadelijk Onbeweeglijke of fibrogene deeltjes (niet toxisch) Tussen de 5 µm en 0,2 µm Middelste luchtwegen: luchtpijp, slagaders, bronchiën
Toxisch Onbeweeglijke, fibrogene en toxische deeltjes Tussen de 0,2 µm en 0,02 µm  Lage luchtwegen: bronchioli en de longblaasjes

 WEB -back-to-top

 

 

En damp is de gasvormige toestand van een substantie die bij omgevingstemperatuur onder vaste of vloeibare vorm terug te vinden is. Om gasvormig te worden moet er dus een actie gebeuren op deze materies: temperatuur, chemische reactie, enz… 

Een gas is een stof die bij omgevingstemperatuur onder dampvorm terug te vinden is. (bvb: lucht). Bij bepaalde temperaturen kunnen deze gassen vast of vloeibaar worden. (bvb: vloeibare zuurstof). Een groot aantal gassen en dampen zijn toxisch voor de mens.

De geïnhaleerde deeltjes en ingeademde gassen en dampen kunnen talrijke ademhalingsstoornissen en ernstige ziektes veroorzaken (hoesten, astma, bronchitis, oedeem, fibrose, asbestose, kanker …).

Een groot aantal factoren moeten in rekening gebracht worden voor de keuze van een masker:

  • evacuatie- en noodplannen;
  • de zwaarte van het werk;
  • duurtijd van het werk;
  • de temperatuur;
  • de vochtigheidsgraad;
  • de concentratie van de verontreinigende stof;
  • de types verontreinigende stof; 
  • de grenswaarden van blootsstelling;
  • het zuurstofgehalte

 

Normen en markeringen

Verschillende normen bepalend de beschermende capaciteiten.

Norme/marquage  
EN149 Wegwerp of niet, halfgelaatsmasker, filterend tegen aerosols.
EN149-NR Wegwerp, halfgelaatsmasker, filterend tegen aerosols.
EN149-R Herbruikbaar halfgelaatsmasker, filterend tegen aerosols.
EN140 Ademhalingsbeschermingsapparaten: halfgelaatsmaskers en kwartmaskers (vereisten, beproevingen, markering).
EN141 Anti-gasfilters en gecombineerde filters (vereisten, beproevingen en markering).
EN14683 Chirurgische maskers, bestemd om de omgeving van de maskerdrager te beschermen
EN143 Deeltjesfilter (vereisten, beproevingen, markering) 
EN136 Volgelaatsmakers (vereisten, beproevingen, markering)

 


WEB -FaceFilterWEB -FaceHalfWEB -FaceFullWegwerp halfgelaatsmasker, Herbruikbaar halfgelaatsmasker, Volgelaatsmakers (courtesy of 3M)

 WEB -back-to-top

 

 

 

Aerosols

De EN149 norm specifieert de halfgelaatsmaskers filterend tegen aerosols. We onderscheiden de wegwerp maskers (EN149-NR norm) en de herbruikbare maskers (EN149-R norm). Deze masker zijn samengesteld uit vezels (polypropyleen) die de aerosol filteren. Deze aerosolfilter beschermdt niet tegen gas !

De categorie van masker hangt af van de concentratie van de aerosol:

  • FFP1 of P1: Tegen vaste en vloeibare aerosols (vb: olienevel), niet toxisch in het geval van concentraties gaande tot 4 x de grenswaarden voor blootstelling
  • FFP2 of P2: Tegen vaste en vloeibare aerosols (vb: olienevel) niet toxisch en tussen zwakke tot matige toxiciteit, in het geval van concentraties gaande tot 10 x de grenswaarden voor blootstelling
  • FFP3 of P3: Tegen vaste en vloeibare aerosols (vb: olienevel) niet toxisch, tussen zwakke tot matige toxiciteit en hoog-toxisch, in het geval van concentraties gaande tot 50 x de grenswaarden voor blootstelling

De blootstellingswaarde is de maximale grenswaarde van een gas of stof (uitgedrukt in ppm of mg/m3) waaraan een individu mag worden blootgesteld, zonder gezondheidsrisico (Zie bijlage 1 van Koninklijk besluit van 11 maart 2002 voor een lijst van legale grenswaarden).

Een masker vertegenwoordigt altijd een instroom die afhangt van de categorie. Ze brengen ook een weerstand van de ademhaling met zich mee. 

 

EN149 : Vereisten FFP 1 FFP 2  FFP 3 
Gemiddelde van de totale lek naar binnen < 22 % < 8 % < 2 %
Nitiële maximale doordringing van de test-aerosols (Natriumchloride of paraffineolie) < 20 % < 6 % < 1 %
Ademhalingsweerstand: 
  • bij inademing (30 l/min) 
  • bij inademing (95 l/min) 
  • bij uitademing (160 l/min)
< 0,6 mbar
< 2,1 mbar
< 3,0 mbar 
< 0,7 mbar
< 2,4 mbar
< 3,0 mbar 
< 1,0 mbar
< 3,0 mbar
< 3,0 mbar


Deze maskers kunnen uitgerust zijn met een klep voor de uitademing. Dat vermindert de ademhalingsweerstand wanneer we uitademen en verhoogt het comfort.

 

Gassen en dampen

De maskers die tegen gassen en dampen beschermen voldoen aan de EN141 normen. De filters zijn opgelijst volgens verschillende klassen en in functie van hun gebruik en beschermingsniveau (levensduur). Het betreft filters met actieve kool. Deze anti-gasfilters beschermen niet tegen aerosols !


Klassen volgens de EN141 norm

Letter Kleur Bescherming 
A Bruin Organische gassen en dampen, oplosmiddelen met kookpunt hoger dan 65°C
B Grijs  Anorganische gassen en dampen
E Geel  Zwaveldioxide, waterstofchloride (SO2)
K Groen  Ammoniak, amines, hydrazine
HgP3 Rood + wit Kwikdampen
NOP3 Blauw + wit Nitreuze gassen en dampen
AX Bruin Organische gassen en dampen met een kookpunt lager dan 65°C
SX Purper Specifieke componenten aangeduid door de fabrikant

We vinden ons vaak terug met combinaties van verschillende types (bijvoorbeeld: AB = type A en type B).

 

Klassen volgens EN141 norm

  • Klasse 1: filters met zwakke capaciteit (kleine cartouche)
  • Klasse 2: filters met gemiddelde capaciteit (cartouche)
  • Klasse 3: filters met hoge capaciteit (fles)

Wanneer een filter verzadigd is, beschermt hij niet langer de werknemer. De levensduur van een filter hangt van een groot aantal factoren af, zoals concentratie, ademhalingsritme, vochtigheid en temperatuur. Ze is er moeilijk te evalueren en men doet dus beter beroep op specialisten.

 

Combinatie aërosols/gas of damp

We kunnen natuurlijk gas/damp filters combineren met fijne stof (aërosols) filters. De EN143 normbeschrijft dezelfde klassen (P1, P2, P3) voor de maskers die enkel tegen fijn stof beschermen.

Courtesy of 3M

 

 

Medische maskers

Medische maskers, bestemd om de omgeving van de maskerdrager te beschermen worden beschreven in de EN14683 norm.

EN14683: Vereisten Type I Type IR Type II Type IIR
Doeltreffendheid bacteriële filtering > 95% > 95% > 98% > 98%
Differentiële druk < 29,4 Pa < 49,0 Pa < 29,4 Pa < 49,0 Pa
Weerstandsdruk tegen spatten NR > 120 mm Hg NR > 120 mm Hg

 

Te noteren dat de IR en IIR types bestand zijn tegen bloedspatten. 

Apparaten voor ademhalingsbescherming (volgelaatsmaskers)

De EN136 norm beschrijft de vereisten, de testmethodes en markering voor volgelaatsmaskers.

Courtesy of 3M


 

 

Deze maskers worden gebruikt met een filter unit offset voor een grotere capaciteit of met een externe input van lucht als een filter niet voldoende bescherming biedt of wanneer een externe input van zuurstof nodig is.

 

Praktische tips

 

Gebruiksduur

Wanneer het masker voor eenmalig gebruik bestemd is, kan hij maximum 1 werkshift gebruikt worden. Hij moet eventueel vroeger vervangen worden.

De filters die beschermen tegen aërosolen verzadigen zich in functie van de concentratie van de fijne deeltjes in de lucht, de ademhaling, vochtigheid, ... Wanneer hij verzadigd is, dreigt de ademhaling te gebeuren via de randen van het masker en is de werknemer niet meer beschermd. Men moet dus het masker of de filter (bij herbruikbare maskers) vervangen. Men moet het masker of de filter vervangen wanneer :

  • De ademhalingsweerstand te groot wordt
  • Wanneer het stof zichtbaar word binnen het masker
  • Wanneer de binnenkant besmet is (vuile handen)

De patronen die tegen gas beschermen verzadigen zich. De actieve kool is dus niet meer efficiënt en laat het gevaarlijk product passeren. Wanneer we het gas ruiken of proeven, is het tijd het patroon te vervangen. Opgelet dit is slechts een indicatie. In praktijk:

  • De geurdrempel kan hoger liggen dan de blootstellinglimiet. (bijvoorbeeld: voor methyleenchloor is de geurdrempel ppm, daar waar de blootstellinglimiet 50 ppm is, wij dus al lang blootgesteld aan het product alvorens we het gas ruiken).
  • De werknemers wennen aan de geur van het product en ruiken het niet meer. 
  • De werknemers zijn soms verkouden. 

Om de gebruikstijd te bepalen, is het dus sterk aangeraden zich door specialisten te laten bijstaan !

Onderhoud en dragen van het masker

Indien het masker slecht gedregen wordt, kan hij volkomen zijn efficiëntie verliezen. In de praktijk, zullen volgende parameters de efficiëntie beïnvloeden:

  • Werknemer met baard of slecht geschoren
  • Vorm slecht aangepast aan het gezicht van de drager
  • Masker dat slecht geplaatst is
  • Masker dat geplaatst werd met vuile handen
  • Masker dat aangepast werd door de werknemer

Vorm dus de werknemers! Er bestaan test die het correct dragen van een masker kunnen testen (field test). Deze testen laten toe de werknemer te sensibiliseren.

Voor hygiënische redenen, is het aangeraden het masker regelmatig met zeepwater te reinigen (Het patroon of de filter reinigen zich niet en zullen dus de levensduur van het filterend element niet verlengen).

Ruim de maskers altijd op, op een propere plaats, beschermd tegen besmetting. De actieve kool of de filter kunnen zich verzadigen door eenvoudig contact met het product (absorptie) en u dreigt dus besmet te worden binnen het masker.

Controleer altijd de goede staat van het masker en vervang hetgeen nodig.

Indien u moet werken met een externe zuurstoftoevoer, verzeker u dat deze lucht gezond is.

Kies uw maskers in samenwerking met de werknemer en sensibiliseer hen ! Anders dreigen ze die niet te dragen